
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Bindingen stikstofbasen in DNA
In DNA maken heb je A, C, G en T.
Om te onthouden welke stikstofbase met welke verbonden is gebruik je:
AppelTaart (A-T)
CitroenGebak (C-G)
Organen
De verschillende organen kun je onthouden met de zin
Hoe Maken De Leeuwen De Lange Neus
H art
M aag
D ikke darm
L ongen
D unne darm
L ever
N ieren
Het verschil tussen de boomklever en de boomkruiper
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
L=L en R=R
De kLever = bLauw
De kRuiper = bRuin
Cones -> Color
De regel van de staafjes en de kegeltjes (kleur) geldt ook in het Engels voor de rods and cones: Cones zijn voor Color!
Levensverschijnselen
De levensverschijnselen van een gewervelde kun je onthouden aan de hand van de zin
Alle Vogels Uit het Bos Worden Groot met Vis
A demhalen
V oeden
U itscheiden
B ewegen
W aarnemen
G roeien
V oortplanten
De fasen van een cel
De fasen die een celcyclus doorloopt, kun je onthouden met de zin
In Parijs Poepen Mensen Altijd Telefonerend
I nterfase
P rofase
P rometafase
M etafase
A nafase
T elofase
Het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan P = P en S = S
Primair –> Penis, deze heb je vanaf je geboorte
Secundair –> Schaamhaar, dit krijg je pas in de puberteit
Functies in zenuwstelsel
Deze kun je onthouden met RO CV EU
R eceptoren –> O ntvangen
C onductoren –> V oortgeleiden
E ffectoren –> U itvoeren
Het verschil tussen Anaërobe en Aërobe Dissimilatie
Het verschil tussen anaërobe en aërobe dissimilatie kun je onthouden door deze zin
Ana (van Anaëroob) houdt van wijn, wijn moet gisten. Anaëroob –> gisten.
Aëroob moet niet gisten. Aëroob –> verbranding.
Het verschil tussen een spar en een den
Om het verschil tussen sparren en dennen te onthouden, kun je denken aan S = S en D = D
Spar = Solo (1 naald)
Den = Duo (2 naalden)
Het spijsverteringskanaal
Om te onthouden welke weg je voedsel moet afleggen, kun je denken aan
Mijn Slak Moet Lekker Altijd Trakteren De Blinde Doet Eng
M ondholte
S lokdarm
M aag
L ever
A lvleesklier
T waalfvingerige darm
D unne darm
B linde darm
D ikke darm
E ndeldarm
Ordening biologie
Rijke (1) Spanjaarden (2) Krijgen (3) Op (4) Familiefeesten (5) Grote (6) Stukken (7) Rosbief (8)
1. Rijken
2. Stammen
3.Klassen
4. Orde
5. Familie
6. Geslacht
7. Soort
8. Ras
leerjaar 1 – biologie voor jou VWO
Stammen in het dierenrijk
Om de 7 stammen van het dierenrijk te onthouden, kun je deze zin gebruiken
Stoere Gerrit Gaf Willem Wortel Nooit Snoep
S ponzen
G ewervelden
W eekdieren
W ormen
N eteldieren
S tekelhuidigen
Het centrale dogma
Het centrale dogma mechanisme:
1. Replicatie
2. TransCriptie
3. TransLatie
De C komt voor de L dus transcriptie komt voor translatie in het mechanisme.
(Daarnaast is de R ook voor de T in het alfabet)
Alle tijdvakken van de aarde
Pratende Choco Stengels Doen Charismatische Pogingen Tot Jodelen, Kruipend Tussen Kwallenpootjes
P recambrium
C ambrium
S iluur
D evoon
C arboon
P erm
T rias
J ura
K rijt
T ertair
K wartair
Organische stoffen
Deze kun je onthouden met het acroniem KaPSaLoN
K oolstofverbindingen
S achariden
L ipiden
P roteïnen
N ucleïnezuren
7 levenskenmerken
Vroeger ———– Voeden
Aten ————– Ademhalen
Witte ————– Waarnemen
Uilen ————– Uitscheiden
Bijna ————– Bewegen
Geen ————– Groeien
Volkorenbrood —– Voortplanten
Het hart
Het hart is een pomp, deze regelt de bloedsomloop in het lichaam.
Om te onthouden dat de linkerkant zuurstofrijk bloed door heel het lichaam pompt en de rechterkant zuurstofarm bloed door de longen pompt, kun je denken aan Li = Li
Li nks = Li chaam
Dierenstammen
Wormen, gewervelden, weekdieren, sponzen, neteldieren, geleedpotigen, stekelhuidigen
Waarom
Gaat
Willem (of een andere naam met een w)
Snel
Naar
Giesbeek (of een andere plaats met een g)
Skeeleren
Bruine Boon
De onderdelen van een bruine boon kun je onthouden met HaNaPoZa
Ha rtvormig bultje
Na vel
Po ortje
Za adhuid
De lever
Om te onthouden waar de lever in de bovenbuik zit, kun je denken aan
R=R
LeveR = Rechts
Pelvis
Pelvis = bot in je heup
Om te onthouden waar deze zit, kun je denken aan
Elvis de Pelvis
Elvis schudde namelijk vaak met zijn heupen
Formule fotosynthese
Om deze formule te onthouden kun je denken aan de zin
Wat Kan Linda Geweldig Zingen
W ater +
K oolstofdioxide +
L icht =
G lucose &
Z uurstof.
De inhoud van een chromosoom
Om te onthouden hoe een chromosoom is opgebouwd, kun je het vergelijken met een boek
Het boek –> de chromosoom
De bladzijdes –> het DNA
De informatie –> Het gen met het bijbehorende genotype
Het verschil tussen biceps & triceps
Het verschil tussen biceps en triceps kun je onthouden door
B=B en TR=TR
Bicep = Buigspier
TRicep = TRekspier
verbranding
Veel Grijze Zeehonden Eten Wekelijks Kabeljauw.
Verbranding
Glucose
Zuurstof
Energie
Water
Koolstofdioxide
