
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Osteoblasten en Osteoclasten
Osteoblasten: zorgen voor de bouw van nieuw bot.
Osteoclasten: zorgen voor het Crushen (afbreken) van bot.
Assimiliatie en Dissimiliatie
A = A
D = D
Assimiliatie = Aanbouw –> De opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen
Dissimiliatie = Destructie –> De afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen
Autotroof – Heterotroof
Autotroof –> A van Anorganisch. Halen dus energie uit Anorganische stoffen en zonlicht
Heterotroof –> Hetero’s zijn verliefd op organismen van het andere geslacht. Halen dus energie uit organische stoffen (andere organismen).
De lagen van de opperhuid
Om de lagen van de opperhuid van buiten naar binnen te onthouden, kun je denken aan de zin
Hoor Daar Komt Sint Binnen
H oornlaag
D oorschijnende laag
K orrellaag
S tekellaag
B asaalcellenlaag
Het verschil tussen Flora en Fauna
Om het onderscheid te onthouden, kun je denken aan
L = L
FLora = pLanten
Fauna = dieren
Het verschil tussen de boomklever en de boomkruiper
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
L=L en R=R
De kLever = bLauw
De kRuiper = bRuin
De verteringsvolgorde
Deze volgorde kun je onthouden door de zin
Koolmezen Eisen Vetbollen
K oolhydraten (in de mond)
E iwitten (in de maag)
V etten (in de 12vingerige darm)
Anatomie van de handwortelbeentjes
Some Lovers Try Pies That They Can’t Handle
S caphoideum
L unatum
T riquetrum
P isiforme
T rapezium
T rapezoideum
H amatum
C apitatum
Van top tot teen
Wanneer je je armen spreidt, is de afstand van de linkse top van je middelvinger naar de rechtse top van middelvinger, even groot als je eigen lengte
Alle tijdvakken van de aarde
Pratende Choco Stengels Doen Charismatische Pogingen Tot Jodelen, Kruipend Tussen Kwallenpootjes
P recambrium
C ambrium
S iluur
D evoon
C arboon
P erm
T rias
J ura
K rijt
T ertair
K wartair
Organisatieniveaus
Altijd Moet Celon Cellen Wegen Onder Orgels, Ook Planten Leven Ergens Binnen of Buiten
A: atoom
M: molecuul
C: celorganel
C: cellen
W: weefsel
O: orgaan
O: orgaanstelsel
O: organisme
P: populatie
L: levensgemeenschap
E: ecosysteem
B: bioom
B: biosfeer
Organen
De verschillende organen kun je onthouden met de zin
Hoe Maken De Leeuwen De Lange Neus
H art
M aag
D ikke darm
L ongen
D unne darm
L ever
N ieren
De verteringssappen in je lichaam
De verteringssappen in je lichaam kun je onthouden met het acroniem DAMAALGASP
DA rmsappen
MA agsappen
AL vleessappen
GA l
SP eeksel
Het verschil tussen homo-en heterozygoot
Om het verschil tussen homozygoot en heterozygoot, kun je denken aan homo- en heteroseksueel
Homozygoot = dezelfde allelen voor één eigenschap
Heterozygoot = twee verschillende allelen voor één eigenschap
Functies steunweefsels
De functies van steunweefsels kun je onthouden met BOOT VS
B escherming
O pslag
O ndersteuning
T ransport
V erbinding
S tevigheid
Het proces van ontkiemen
Dit proces kun je onthouden met de zin
Wat Zullen We Stelen, Bas?
W ater wordt opgenomen
Z aadhuid barst open
W ortel komt naar buiten
S tengel komt naar buiten
B laadjes komen naar buiten
Smaakpapillen
Om de verschillende smaakpapillen te onthouden, kun je denken aan ZoZoZuBi
Zo ut
Zo et
Zu ur
Bi tter
Bruine Boon
De onderdelen van een bruine boon kun je onthouden met HaNaPoZa
Ha rtvormig bultje
Na vel
Po ortje
Za adhuid
indelen van groepen
je hoeft allen het zinnetje te onthouden
De Rijkste Stammen Komen Ook Fietsend
Geld Strooien
D omeinen
R ijken
S tammen
K lassen
O rden
F amilies
G eslachten
S oorten
Organische stoffen
Deze kun je onthouden met het acroniem KaPSaLoN
K oolstofverbindingen
S achariden
L ipiden
P roteïnen
N ucleïnezuren
Ordening dieren (organisatieniveau)
Die (domein)
Rijke (rijk)
Stinkerds (stam)
Kunnen (klasse)
Overal (orde)
Fijne (familie)
Gebakjes (geslacht)
Stoppen (soort)
7 levens verschijnselen
Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen.
Als= ademen
Vader= voeden
Uitgaat= uitscheiden
Wordt= Waarnemen
Vader= voortplanten
Goed= groeien
Bezopen= bewegen
spijsvertering
mond=m
slokdarm=s
maag=ma
twaalfvlingerige=t
dunne darm=d
dikke darm=di
endeldarm=e
anus=a
Onverzadigde en verzadigde vetten
Onverzadigde vetten heeft de O van “Oké” dus dat zijn de gezonde vetten die het lichaam nodig heeft.
Verzadigde vetten heeft de V van “Fout” (ff spreektaal natuurlijk) en dat zijn de ongezonde vetten wat je lichaam niet nodig heeft.
Permeabel membraan
Om te onthouden wat een permeabel membraan is, kun je denken aan
Per = per
Permeabel membraan = permissive membrane –> doorlaatbaar membraan
Functies in zenuwstelsel
Deze kun je onthouden met RO CV EU
R eceptoren –> O ntvangen
C onductoren –> V oortgeleiden
E ffectoren –> U itvoeren
Graan soorten
Deze kun je onthouden met de zin
Hans Gaat Truusje Roepen
H aver
G erst
T arwe
R ogge
