Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Leizie
LeiCie.
Bij de spoel (L) komt de stroom (I) na de spanning (E).
Bij de compensator (C) komt de stroom (I) voor de spanning (E).
Van elektriciteitsfabriek naar huisaansluiting
Om de route van de elektriciteitsfabriek naar de huisaansluiting te onthouden, kun je denken aan VAAGHAK
V oedingskabel
A ardleiding
A ardleidingmeter
G roepenkast met zekeringen
H uisaansluiting
A ndere kabels
K wh-meter
Elektriciteitsvervoer
De volgorde van elektriciteitsvervoer kun je onthouden met de zin
Echt Heel Veel Troep
E lektriciteitscentrale
H oogspanningsmast
V erdeelstation
T ransformatorhuisje
KNAP
Je kan de lading van een anode of kathode onthouden door te denken aan het woord KNAP.
Kathode = Negatief. KN
Anode = Positief. AP
Dit maakt KNAP.
Een kathode is dus negatief geladen en een anode positief.
De drie vormen van water
De drie vormen van water kun je onthouden door GaVaVlo
GA svormig
VA st
VLO eibaar
Het verschil tussen cohesie en adhesie
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A
Adhesie = aantrekkingskracht tot een Andere molecuul
Cohesie = aantrekkingskracht tot een dezelfde molecuul
v=s*t of v=s/t ?
Bij veel formules kun je de eenheid gebruiken. Bij v=s/t ook, want v = snelheid en de eenheid is km/h (of m/s). Km en m zijn eenheden van s (= afstand). H en s zijn eenheden van t (=tijd).
Het is km/h en m/s, niet km*h en m*s, dus is ook de formule v=s/t en niet v=s*t.
(Met veel formules geldt dit).
Het verschil tussen spoel en capaciteit
Om het verschil tussen de spoel en de capaciteit te onthouden, kun je denken aan het acroniem
LEI CIE
L Spoel
E Spanning eerst dan
I Stroom
C apaciteiet
I Stroom eerst dan
E Spanning
Formule voor snelheid
Om de formule voor snelheid te onthouden, kun je denken aan snelheidsborden. Deze geven bijvoorbeeld 50 km/u aan. Hieruit kun je afleiden dat de afstand gedeeld door de tijd de snelheid berekent
v = s/t
v = snelheid
s = afstand
t = tijd
Visualisatie
Om de moleculen die horen bij respectievelijk vast, vloeibaar en gas te onthouden, kun je denken aan een legoblokje, knikkers en stuiterballen
De wet van Ohm
Deze kun je onthouden aan Oom RUDI
Ohm –> R = U/I
R = weerstand
U = spanning
I = stroomsterkte
Van Celsius naar Kelvin
Celcius –> Kelvin, plus 273
Kelvin –> Celsius, min 273
Van °Celsius omrekenen naar Kelvin, plus 273 (Celsius laatste twee letters us wordt plus), van Kelvin naar °Celsius min 273 (Kelvin laatste twee letters in, m er voor wordt min)!
Geleiders en isolatoren
Wist je dat:
Metalen goed elektriciteit geleiden?
Maar ook goed geluid kunnen geleiden?
En ook goed warmte kunnen geleiden?
En dat de isolatoren van elektriciteit meestal ook slecht zijn in het geleiden van warmte en geluid?
Het verschil tussen geocentrisch en heliocentrisch
Om het verschil tussen geocentrisch en heliocentrisch te onthouden, kun je denken aan het Oud-Grieks
Graphos = aarde
Helios = zon
Geocentrisch wereldbeeld = de aarde is het middelpunt van het heelal
Heliocentrisch = de zon als middelpunt van het heelal
Spoel en condensator
CIRCUS LUIPAARD
C I r c U s
Condensator: de stroom loopt voor op de spanning
L U I paard
Spoel: de spanning loopt voor op de stroom
Kleuren van de regenboog
Om de kleuren te onthouden, kun je denken aan de zin
Ridder Overwint Gevaarlijk Gevecht, Blinkend In Victorie Ridder
R ood
O ranje
G eel
G roen
B lauw
I ndigo
V iolet
Het verschil tussen kwalitatief en kwantitafief
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan
L=L en N=N
KwaLitatief –> met letters
KwaNtitatief –> met nummers
De gaswet
Om de gaswet te onthouden, kun je denken aan
Patrick Voskamp is een NeRT (!)
p*V = n*R*T
p = Druk
V = Volume
n = aantal
R = T = temperatuur
Formule voor energie
De formule kun je onthouden door te denken aan PET
p = E/T
p = Vermogen
E = Energie
T = Tijd
Wiskundesom
Om een wiskundesom goed te beantwoorden, kun je denken aan FIBA
F ormule opschrijven
I nvullen wat je weet
B erekening opschrijven
A ntwoord geven
Magneet
Op een magneet is het rode gedeelte de noordpool en de witte kant de zuidpool. Om dit te onthouden, kun je denken aan R=R
NooRdpool = Rood
vermogen berkenen
je onthoud de volgorde van vermogen, spanning en stroom sterkte door:
vespa sterkte
ve- VErmogen
spa- SPAnning
sterkte- stroomSTERKTE
Het verschil tussen convergent en divergent
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan CON = CON en DI = DI
Convergent = samenkomen
Denk aan CONcert (bij een concert komen mensen bij elkaar)
Divergent = uit elkaar
Denk aan DIers (bij een divergerende lichtbundel gaan de stralen diverse kanten uit)