
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Volgorde grootte gesteente
Om deze volgorde te onthouden, kun je gebruik maken van BRiKGeZaKt
B erg
R otsblok
K ei
G rind
Z and
K lei
De dimensies van de Geneeskunde
De zeven dimensies van de Geneeskunde kun je onthouden door de zin
Levend Keert Koning Terug, Christus Feest Begint
L okalisatie
K waliteit
K wantiteit
T ijd
C ontext
F actoren
B egeleidende verschijnselen
Voedingstoffen biologie
“Vader en moeder willen veel kinderen staan” voor de 6 voedingstoffen:
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Water
Vitaminen
Koolhydraten
Het verschil tussen Nominativus en Accusativus
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes
S ubject
O nderwerp
N ominativus
O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus
Tacere
Tacere = zwijgen
Als je een taco in je mond hebt moet je zwijgen, want anders valt alles er uit
De kenmerken van non-verbale communicatie
Deze kun je onthouden met de zin
Als Emma Frietjes Heeft Rookt Robin Te Veel
–
A ccentuerende functie
E motionele functie
F eedbackfunctie
H erhalingsfunctie
R egulerende functie
R elationele functie
T egenstrijdige functie
V ervangingsfunctie
De rivier Po
Om de rivier de Po te vinden op te kaart, ga je op zoek naar de Laars. Wanneer je op de Po zit, laat je je broek zakken tot aan je laars
Zelfstandige naamwoorden
Om te onthouden wat onder zelfstandige naamwoorden valt, kun je denken aan MeDIPlaDi
Me nsen
Di ngen
Pla atsen
Di ngen
Elektrisch vermogen P in Watt
PIRI of PUUR
P = I^2 . R <= > P = I . R . I
P = U^2 / R <=> P = U . U . R
ό φοβος
ό φοβος=angst
φοβος lijkt op het woord fobie dat betekent angst.
Dierenstammen
Wormen, gewervelden, weekdieren, sponzen, neteldieren, geleedpotigen, stekelhuidigen
Waarom
Gaat
Willem (of een andere naam met een w)
Snel
Naar
Giesbeek (of een andere plaats met een g)
Skeeleren
7 levens verschijnselen
Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen.
Als= ademen
Vader= voeden
Uitgaat= uitscheiden
Wordt= Waarnemen
Vader= voortplanten
Goed= groeien
Bezopen= bewegen
Het verschil tussen varus en valgus
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan R = R en L = L
vaRus = Rond
vaLgus = distaaL –> LateraaL
Mollen en kruizen
De beginletters van de eerste 3 mollen zijn BEA
B es
E s
A s
De beginletters van de eerste 3 kruizen zijn FCG (groningen)
F is
C is
G is
spijsvertering
mond=m
slokdarm=s
maag=ma
twaalfvlingerige=t
dunne darm=d
dikke darm=di
endeldarm=e
anus=a
De verschillende vormen van een meter
Deze kun je onthouden met de zin
Kan Het Dametje Met De CM Meten
K m
H m
M
D m
CM
M m
Medicijnen bij hartfalen
Om de medicijnen die voorgeschreven dienen te worden bij hartfalen te onthouden, kun je denken aan
ABCD, op alfabetische volgorde
A ce remmers
B etablokkers
C ardiotonica
D iuretica
delen door 6
Snel of een groot getal door 3 of 9 deelbaar is, tel dan alle cijfers steeds bij elkaar op totdat je een 1-cijferig getal overhoudt. Is dat getal deelbaar door of 9 dan is het grote getal dat ook.
voorbeeld:
418617 deelbaar door 9?
4+1+8+6+1+7=27
2+7=9
418617 is dus deelbaar door 9
163536 deelbaar door 9 en 3?
1+6+3+5+3+6=24
2+4=6
6 is niet deelbaar door 9, maar wel door 3, dus 163536 is wel deelbaar door 3 maar niet door 9.
Kwartaal
Een kwartaal is 1/4 van een jaar. Om het makkelijk te onthouden kun je aan een klok denken. Eén kwartier is één kwartaal.
Ne plus
Ne plus betekent niet meer
Je hebt geen paraplu meer nodigt als het niet meer regent
Lijdend voorwerp
Stel de volgende vraag:
Wat kan ik (pv +wwg)? = LV
Voorbeeld:
Mijn vader wast de auto
Wat kan ik wassen? De auto = lv
De bakker weegt de koekjes af.
Wat kan ik afwegen? De koekjes = lv
Containerpolitiek
Zie het communisme als een container. de container mag niet groter worden dan dat t al is
Grieks: ta kaka nl: ellende, rampen, ongeluk
Grieks: ta kaka nl: ellende, rampen, ongeluk
Ezelsbruggetje: het is echt een ellende als Je moet kakken (poepen)
Uitgangen van Duitse werkwoorden (tegenwoordige tijd)
De uitgangen van Duitse regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vormen samen het woord (fe)esttenten:
(ich) wohn e
(du) wohn st
(er) wohn t
(wir) wohn en
(ihr) wohn t
(sie) wohn en
Volgorde steentechnieken bij de prehistorische mens
Om deze volgorde te onthouden, kun je denken aan de zin
Oude Apen Moeten Altijd Goede Soep Maken
O ldowan
A cheuliaan
M ousteriaan
A urignacien
G ravettien
S olutreaan
M agdalenian
Ontleden van een zin
Voor het ontleden van zinnen:
Piet Gaat Zeilen Op Lange Malle Boot.
Piet = persoonsvorm (eerste werkwoord)
Gaat = gezegde (alle werkwoorden in de zin)
Zeilen = zinsdelen
Op = onderwerp (wie/wat + persoonsvorm = onderwerp)
Lange = lijdend voorwerp (wat/wie + persoonsvorm + onderwerp = lijdend voorwerp)
Malle = meewerkend voorwerp (aan wie/voor wie + persoonsvorm + onderwerp + lijdend voorwerp = meewerkend voorwerp)
Boot = niks ;p gewoon om makkelijk te onthouden!
