
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Status krijgen
Om te onthouden waardoor je status krijgt, kun je denken aan BOMAAW
B eroep
O pleiding
M acht
A anzien
A fkomst
W oonomgeving
Risicogroepen
Om de vier risicogroepen voor o.a. de griepprik te onthouden, kun je denken aan YOPI
Y oung
O ld
P regnant
I ll
De eigenschappen van transformaties
Deze eigenschappen kun je onthouden met het acroniem AHOE
A anpassen
H oekgrootte
O mega
E enheid
Draaien
Wanneer je iets open/los of dicht/vast moet draaien.
DROL:
D: Dicht
R: Rechts
O:Open
L: Links
Het nationale spaarsaldo
Om de formule van het nationale spaarsaldo te onthouden, kun je denken aan
SIEBOEI
(SI)+(BO)=(E-I)
S paarsaldo
I nvesteringen
B elasting
O verheidsbesteding
E xport
I mport
De OPEC-landen
Om de OPEC-landen te onthouden, kun je denken aan de zin
IQ VAN LIKVIS
I ndonesië
Q uatar
V enezuela
A lgerije
N igeria
L ibië
I rak
K oeweit
V erenigde Arabische Emiraten
I ran
S aoedi-Arabië
Sire, geef die dame ‘s een kus
De hoofdstad van Syrië is Damascus.
Vandaar “Sire heef de dame ‘s een kus”.
Driehoeken
Het snijpunt van de Middenloodlijnen in een driehoek is het middenpunt van een Omgeschreven cirkel. Het snijpunt van de Bissectrices in een driehoek is het middenpunt van een Ingeschreven cirkel.
Samen wordt dat MOBI
Etiquette
Om te onthouden waar je bestek volgens de etiquette moet liggen, kun je denken aan
E+E=E en K=K
mEs + lEpel = rEchts
vorK = linKs
Het verschil tussen omnivoor, carnivoor en herbivoor
Om dit te onthouden kun je denken aan het Latijn, waar het vandaan komt
Carne = vlees –> carnivoor = vleeseter
Herba = plant –> herbivoor = planteneten
Omni = alles –> omnivoor = alleseter
De volgorde van de ringen op de Olympische Vlag
De volgorde kan onthouden worden met de zin
Boos Zegt Rob – GEEN Goud
B lauw
Z wart
R ood
–
G eel
G roen
Toonladders met mollen
Om de toonladders met de hoeveelheid mollen te onthouden, kun je denken aan de zin
Finnen Beschouwen Eslanders Als Deskundige Geschiedenis Schrijvers
F –> 1 mol
Bes –> 2 mollen
Es –> 3 mollen
As –> 4 mollen
Des –> 5 mollen
Ges –> 6 mollen
Ces –> 7 mollen
Zelfstandig naamwoorden zijn namen voor….
Gemedipladi:
GeMeDiPlaDi
Gevoelens (woede, onrust etc.)
Mensen (broer, Truus)
Dieren (paling, otter)
Planten (roos, eikenboom)
Dingen (tafel, handdoeken)
Dierenstammen
Wormen, gewervelden, weekdieren, sponzen, neteldieren, geleedpotigen, stekelhuidigen
Waarom
Gaat
Willem (of een andere naam met een w)
Snel
Naar
Giesbeek (of een andere plaats met een g)
Skeeleren
De onderdelen van een bloemplant
Om deze te onthouden, kun je denken aan KeKroMeSt
Ke lkbladeren
Kro onbladeren
Me eeldraden
St amper
Beroerte
Om te onthouden wat de signalen zijn voor een beroerte, kun je denken aan
FAST
F ace (hangen van een zijde van het gezicht)
A rm (één kant van het lichaam zal minder goed kunnen meewerken, arm gaat niet meer goed omhoog)
S peech (iemand praat opvallend anders)
T ime (snel handelen is belangrijk omdat anders geen behandeling met atropine kan worden gestart na 3 uur)
De schalen
Om de verschillende schalen op een kaart te onthouden, kun je denken aan de zin
Loop Recht Naar C Man
L okale schaal
R egionale schaal
N ationale schaal
C ontinentale schaal
M ondiale schaal
Nevenschikkende voegwoorden
Om de nevenschikkende voegwoorden te onthouden, kun je denken aan WANDMODE
W ant
A lsmede
N och
D och
M aar
O f
D us
E n
Kopzenuwen
Om de kopzenuwen te onthouden, kun je denken aan de zin
Op Ons Oude TuinTerras Aaide Frieda Achter Glas Vele Afgematte Ramen
O lfactorius
O pticus
O culomotorius
T rochlearis
T rigeminus
A bducens
F acialis
V estibulocochlearis (anatomische aanduiding)
G lossopharyngeus
V agus
A ccessorius
H ypoglossus
Voorafgaand aan EHBO
Om te onthouden wat er moet gebeuren, voordat EHBO wordt toegepast, kun je gebruik maken van ONWEL
O p gevaar letten
N agaan wat er gebeurd is
W elbevinden van het slachtoffer
E xterne hulp waarschuwen
L aat het slachtoffer waar het is
