
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Arm en hand
De botten in de arm en de hand kun je onthouden door DRUP
D uim zit aan de
R adius (spaakbeen)
U lna (ellepijp) zit vast aan de
P ink
Voorzetsels met vierde naamval
Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje):
D urch
O hne
F ür
E ntlang
G egen
U m
B is
Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.
Lange ij, korte ei.
Als je een plank neerlegt op de puntjes van de lange ij dan blijft hij recht liggen, dus dan is het een sterk werkwoord en wordt het woord geschreven met een lange ij.
Want een sterk werkwoord is bijna altijd met een lange ij.
Metriek stelsel
Km ~ kijk
Hm ~ hoe
Dm ~ dat
M ~ meisje
Dm ~ die
Cm ~ cirkel
Mm ~ maakt
Kijk hoe dat meisje die cirkel maakt!
Lagen epidermis
Stratum …
Come (corneum)
Lets (lucidum)
Get (granulosum)
Sun (spinosum)
Burned (basale)
Het overdragen van cultuurelementen
Om te onthouden hoe cultuurelementen in de moderne tijd worden overgedragen, kun je denken aan het acroniem ICT
I nternationale handel
C ommunicatiemiddelen (Modern)
T oerisme
Stopplaatsen van Aeneas
Om de stopplaatsen van Aeneas te onthouden, kun je denken aan de zin
Tegen De Kok Bedenken Sous-Chefs sous-chef-listen
T rakië
D elos
K reta
B uthrotum
S icilië
C arthago
S icilië
C umae
L avinium
Opmerking: hij begint uiteraard in Troje en eindigt in Latium
Een grote beer die fietst op de lijnen
Een Grote Beer Die Fietst
E-en
G-rote
B-eer
D-ie
F-ietst
Let op! het is op de lijnen en het is vanaf onder
Werkwoorden bij de derde naamval
De werkwoorden die met de derde naamval gaan, kun je onthouden met de zin
Gelieve Geen Grote Kado’s Geven Hartelijk Dank
G lauben
G ehören
G ratulieren
H elfen
D anken
Het verschil tussen zuur en basisch
Bij de lakmoesproef kan je zien welke kleur staat voor zuur en welke voor basisch door te denken aan
R = R en B = B
Rood is zuuR
Blauw is Basisch
tekstverbanden
SCOORT U?
S amenvattend
C oncluderend
O orzaak-gevolg
O psommend
R edengevend
T egenstellend
U itleggend/voorbeeldgevend
Congres van Wenen
Om te onthouden welke landen het congres van Wenen vertegenwoordigen, kun je denken aan ROEP
R usland
O ostenrijk
E ngeland
P ruisen
LE PAS. COMP. AVEC ÊTRE
Om te weten welke werkwoorden met être worden vervoegd in de passé composé moet je “MAARTEN P.R.” onthouden.
Montre <-> descendre
Arriver <-> partir
Aller <-> (re)venir
Rentre
Tomber
Entre <-> sortir
Naître <-> mourir
P.asser
R.etourner
+ les verbes pronominaux
Formule voor lenzen
Om de formule voor de brandpuntsafstand te onthouden, kun je denken aan Veel Boeren FIetsen
1/n + 1/b = 1/f
Het verschil tussen een spar en een den
Om het verschil tussen sparren en dennen te onthouden, kun je denken aan S = S en D = D
Spar = Solo (1 naald)
Den = Duo (2 naalden)
Het verschil tussen these en those
Om het verschil tussen these en those te onthouden, kun je denken aan het alfabet
De E komt eerder in het alfabet, these = dichtbij
De O komt later in het alfabet, those = ver weg
De hooggebergtes van Amerika
Deze kun je onthouden aan de hand van GAS RoC
G rote Bekken
A ppalachen
S ierra nevada
R ocky mountains
C ascade gebergte
hélicoptère
Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)
