Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

La randonnée

La randonnée = trektoch

Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!

Door Marjolein

Productiefactoren en bijbehorende beloningen

ANKO = LPRHW

Dit zijn de productiefactoren en welke beloningen je krijgt.
De hond ANKO krijgt een bot met Lelijke Poedel Rent Hard Weg.
Om het goed te onthouden kun je een hond tekenen met ANKO erin en daarnaast een bot met Lelijke Poedel Rent Hard Weg er in

A rbeid
N atuur
K apitaal
O ndernemerschap

L oon
P acht
R ente
H uur
W inst

Door Damini

Soorten reliëf

Om te onthouden wat voor soorten reliëf er zijn, kun je denken aan het woord
LaHeMiHo

La agland
He uvelland
Mi ddelgebergte
Ho oggebergte

Door Eva

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

Kwik

Kwik = Hg

Hg — > Heel Giftig

Door Seb

De lagen van de opperhuid

Om de lagen van de opperhuid van buiten naar binnen te onthouden, kun je denken aan de zin
Hoor Daar Komt Sint Binnen

H oornlaag
D oorschijnende laag
K orrellaag
S tekellaag
B asaalcellenlaag

Door Martine

De balken

Om de verschillende balken op een computer te onthouden, kun je denken aan TiM WAST

T itelbalk
M enubalk
W erkbalk
A dresbalk
S tatusbalk
T aakbalk

Door H.J.

Perodiek Systeem

In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.

Door Lieke

Ezelsbruggetje iacere

iacere = liggen
ia zegt een ezel en een ezel ligt (soms)
in dit geval ligt dit ezelsbruggetje op deze site 😉
Hopelijk heb ik je kunnen helpen! Succes met leren!

Door Herman

Het verschil tussen omnivoor, carnivoor en herbivoor

Om dit te onthouden kun je denken aan het Latijn, waar het vandaan komt

Carne = vlees –> carnivoor = vleeseter
Herba = plant –> herbivoor = planteneten
Omni = alles –> omnivoor = alleseter

Door Lindsay

Diverse Griekse woordjes

Dendron = boom > dendrologie 

Petra = rots > Petra (stad in Jordanië)

Proton = eerst > prototype
Aei = altijd > altijd fonetisch = ˈɑltɛit, oftewel ˈ A lt E I t

Bios = leven > biologie

Thèrion = dier > thèr lijkt op dier

Nun = nu > dat is nun zonder n

Dolos = bedorg > een doolhof is bedrog

Thronos = troon > thron is troon zonder o

Oun (spreek uit: oen) = dus > ik weet hem niet DUS ben ik een oen

Doru = lans > een lans gaat DOOR je heen

Mètèr = moeder > mètèr lijkt op moeder

Monon = alleen (maar) > Engels: monotonous = eentonig ALLEEN MAAR dingen van één soort

Pragma = gebeurtenis > een SPRAAKMAkende gebeurtenis
Pur = vuur > lijkt op vuur

Phòs = licht > genetivus = phòtos een vroeger was er bij een foto belichting nodig

Door Anoniem

Bijwoorden

Herkenning bijwoorden : POOT

Plaats (er, daar, hier, ergens, etc.)
Onzekerheid (misschien, vast wel etc.)
Ontkenning
Tijd (gisteren, morgen, straks, etc)

Door Fiene

Kenmerken concurrentiekracht

Om de vijf kenmerken die bij concurrentiekracht horen te onthouden, kun je denken aan POMOT

P roductiefactoren
O ndernemersgeest
M arktorganisatie
O verheid
T oevalsfactoren

Door Erwin

Categorize organism

KiPCOFGeSp

Kingdom
Phylum
Class
Order
Family
Genus
Species

Binomial system Linnaeus

Door Claudia

De snaren van een viool

De snaren kun je onthouden met de zin
Elke Aap Doet Gek

E – A – D – G

Door maartje

Bibere

Bibere = drinken

Mijn oma bibbert als ze drinkt

Door Lilian

Binaire talstelsel

In het binaire talstel zitten maar twee cijfers. (0,1) Dit is te onthouden doordat de ‘b’ van binair de tweede letter in het alfabet is.

Door Jesse

De botten in de schedel

De botten vanaf de zijkant gezien kun je onthouden door NEL SPOT F

N asale
E tmoïdale
L acrimale
S phenoïdale
P ariëtale
O ccipitale
T emporale
F rontale

Door Chantal

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

Tekstdoelen

Alle Ossen In Opa’s Akker

Amuseren
Overtuigen
Informeren
Opiniëren
Activeren

Door Fransie

De wervels

Deze kun je, van boven naar beneden, onthouden met de zin
HandBoeien Leiden Hoge Straf

H alswervels
B orstwervels
L endenwervels
H eiligbeen
S taartbeen

Door Rosalie

Regeringstaken

Deze kun je onthouden aan RUW

R echtsprekend
U itvoerend
W etgevend

Door Grietje

De rivieren

Om te onthouden waar de rivieren de AA en de EE liggen, kun je denken aan
A=A en E=E

BrAbant = A
FriEsland = E

Door D.

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

De 7 levensverschijnselen

VUBV WAG

Voeden
Uitscheiden
Bewegen
Voortplanten
Waarnemen
Ademhalen
Groeien

Door David

Het verschil tussen loefzijde en lijzijde

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan

De lijzijde –> is blij (veel zon)
De loefzijde –> is droef (veel regen)

Door Claudia

Conflictgedrag

Bij overspronggedrag, spring je wat totaal niet bij de situatie past.
Bij amBIvalent gedrag, om de beurt 1 van de 2 (BI is 2)
Bij omgericht gedrag, richt je je ineens op iets anders (agressie is duidelijk te herkennen maar gericht op iets anders)

Door Jasmijn
Home
Alle items
Uploaden