
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Patient
Patiënt betekent geduldig.
Als een patient in de wachtkamer op de dokter zit te wachten moet hij heel geduldig zijn.
Het verschil tussen accent circonflexe, grave en aigu
Om het verschil tussen de accenten te onthouden, kun je denken aan het rijmpje
Accent circonflexe -> het hoedje van de heks!
Accent grave -> komt van u af!
Accent aigu-> komt naar u toe!
Midden-Amerika
De landen van Midden-Amerika, van boven naar beneden:
Mijn goudvis Bas eet haast nooit chocolade pudding
Mexico – Guatemala – Belize – Equador – Honduras – Nicaragua – Costa Rica – Panama
Stand van de benen
Om het verschil tussen genu varum en genu valgum te onthouden, kun je denken aan PHARAO
Genu Varum –> O-benen
Genu Valgum –> X-benen
Het verschil tussen ei en ij
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
EI = EI en IJ= IJ
De ge-kipte EI = het EI van een kip
De ge-stipte IJ = met 2 stipjes IJ
Functies bindweefsel
De functies kun je onthouden door de zin
Stevige Trek, Bier Helpt Ook!
S teun en verbindende functie (oa organen, bot en kraakbeen)
T ransportmedium (cellen en bloed)
B eschermende functie (voorkomen van het verspreiden van micro-organismen)
H erstellende functie, na weefselschade
O pslag, chemische energie in vetcellen of Ca2+ en water in het bindweefsel.
SCHERP OF STOMP GRADEN
Scherp= de buitenste en de scherpste strakste lijn
Stomp=de binnenste de ronde lijn.
Kleuren van de regenboog
Om de kleuren te onthouden, kun je denken aan de zin
Ridder Overwint Gevaarlijk Gevecht, Blinkend In Victorie Ridder
R ood
O ranje
G eel
G roen
B lauw
I ndigo
V iolet
spijker in het brits
Meestal als je op een spijker gaat slaan met een hamer dan sla je op je nagel. Nagel betekent in het engels Nail, Spijker betekent ook nail
De alkanen
Met Een Paraplu Blijft Pino Heel Hoog Ook Nog Droog
Methaan
Ethaan
Propaan
Butaan
Pentaan
Hexaan
Heptaan
Octaan
Nonaan
Decaan
Wanneer ‘die’ als voorzetsel
Woorden die eindigen op ‘skiehut’ hebben het lidwoord ‘die’ voor het zelfstandig naamwoord:
S chaft
K eit
I on
E i
H eit
U ng
T ät
Zoekmiddelen in de bosatlas
De drie zoekmiddelen in de bosatlas kun je onthouden met de zin
Ben je Nu Zestig?
B ladwijzer
N amenregister
Z aakregister
Het verschil tussen bakboord en stuurboord
Het verschil tussen bakboord en stuurboord kun je onthouden door R =R
StuuRboord = Rechts
Bakboord = Links
Magisme
Magisme betekent winkel
Denk hierbij aan een magazijn, wat heeft een winkel een magazijn.
Werkwoorden met avoir
Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend
Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir
Uitgangen futuro
De uitgangen van de futuro komen grotendeels overeen met de uitgangen van haber, van de preterito perfecto.
Ik heb gegeten: He comido
Ik zal eten: comeré
De uitgang is dus de ‘h’ weg en een accent erop. Dit geldt voor allemaal behalve hemos en habéis, die worden respectievelijk ‘emos’ en ‘éis’.
Exogene en endogene krachten
EXogene veranderen de aardkorst van BUITENaf
Je houd je EX (vaak) liever BUITEN de deur
Planeten in de juiste volgorde
Mijlenver Van Aarde Mag Je Soms Urenlang Niet Plassen
– Mercurius
– Venus
– Aarde
– Mars
– Jupiter
– Saturnus
– Uranus
– Neptunus
– Pluto
Het verschil tussen mitose en meiose
Mitose –> normale celdeling, met als doel groei, vervanging en herstel van cellen.
Meiose –> reductiedeling, met als doel de vorming van geslachtscellen.
De geslachtscellen zijn zaad- en EIcellen.
In mEIose zit een EI, dus dat is voor de vorming van geslachtscellen.
Elementen die bestaan uit twee dezelfde atomen
Deze elementen bestaan uit twee dezelfde atomen
Have – Waterstof (H)
No – stikstof (N)
Fear – fluor (F)
Of – zuurstof (O)
Ice – Jood (I)
Cold – Chloor (Cl)
Beer – Broom (Br)
Piscine
Piscine betekent zwembad
Kleine kinderen willen soms nog wel eens in het zwembad plassen
De inhoud van een chromosoom
Om te onthouden hoe een chromosoom is opgebouwd, kun je het vergelijken met een boek
Het boek –> de chromosoom
De bladzijdes –> het DNA
De informatie –> Het gen met het bijbehorende genotype
