
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Het verschil tussen varus en valgus
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan R = R en L = L
vaRus = Rond
vaLgus = distaaL –> LateraaL
Volgorde leukocyten
Om deze volgorde te onthouden, kun je denken aan de zin
Never Let Monkeys Eat Bananas
N eutrofiele granulocyten
L ymfocyten
M onocyten
E osinofiele granulocyten
B asofiele granulocyten
neurotransmitters in Hersenen
Tel Die Mes Met My:
Telencephalon, Diencephalon, Mesencephalon, Metencephalon, Myelencephalon
Ans Heeft Die Nice String:
Telencephalon – Acetylcholine
Diencephalon – Histamine
Mesencephalon – Dopamine
Metencephalon – Noradrenaline
Myelencephalon – Serotonine
GRUM
GRUM
G(aleazzi)R(adius)U(lna)M(onteggia)
Om aan te geven wat een Galeazzi en een Monteggia fractuur zijn.
Galeazzi = een Radius fractuur en een Ulna luxatie.
Monteggia = een Ulna fractuur en een Radius luxatie.
Huidtumoren
Om de huidtumoren te onthouden, kun je gebruiken maken van het acroniem
BLEND AN EGG
B lue rubber bleb naevus
L eiomyoom
E ndometrioom
N eurinoom
D ermatofibroom
A ngiolipoom
N eurilemmoom
E ccrien spiradenoom
G lomus tumor
G ranular cell tumor
Craniale zenuwen
Met deze ezelsbrug weet je of de 12 craniale zenuwen motorisch, sensorisch of gemixt zijn (beide)
–> M (motorisch), S (sensorisch), B (both)
Some Say Many Money, But My Brother Says Big Boobs Matter More
Craniale zenuw 1: Sensorisch
2: Sensorisch
3: motorisch …
Medicijnen bij hartfalen
Om de medicijnen die voorgeschreven dienen te worden bij hartfalen te onthouden, kun je denken aan
ABCD, op alfabetische volgorde
A ce remmers
B etablokkers
C ardiotonica
D iuretica
De volgorde van de darmen
Om de volgorde van de darmen te onthouden, kun je denken aan de zin
Maar Daar Danst Bart Met Angela
M aag
D unne darm
D ikke darm
B linde darm
A ppendix
Oorzaken vergrote nieren
Deze kun je onthouden met SHAPE
S clederma
H IV nephropathy
A myloidosis
P olycystic kidney disease
E ndocrinopathy (diabetes)
Toedieningsvormen
De verschillende toedieningsvormen kun je onthouden met SPROLTS
S ystematisch
P arentaal
R ectaal
O raal
L okaal
T ransdermaal
S ublinguaal
Hydrofobe vitamines
Om te onthouden welke vitamines hydrofoob zijn, kun je denken aan de zin
Hydrofobe vitamines blijven liever op de KADE
Vitamines K, A, D en E zijn niet wateroplosbaar (hydrofoob).
Hiermee houd je B en C over als wateroplosbare vitamines (hydrofiel).
PrilSartan
Raas-remmers is een geneesmiddel groep die ingezet wordt bij een hoge bloeddruk.
Deze groep is onderverdeeld in twee groepen, de Ace-remmers en de Angiotensine-II Remmers
ACE-remmers eindigen op -pril; o.a. Enalapril, Perindopril
Angiotensine-II Remmers eindigen op -sartan; Valsartan, Candesarta
Lagen van de retina
Om de lagen te onthouden, kun je denken aan de zin
Zondags Graag Niet Fietsen Rond Centrum
Z enuwlaag
G anglionlaag
N eurale laag
F otoreceptorlaag
R etinaal pigment epitheel
C horoidea
De malleolus medialis
Om de ligging van de pezen, de arterie en de nerva dorsaal van de malleolus medialis te onthouden, van ventraal naar dorsaal, kun je denken aan
Tom, Dick And Neville
T ibialis posterior
D igitorum Longus flexor
A tibialis tosterior
N tibialis
De dimensies van de Geneeskunde
De zeven dimensies van de Geneeskunde kun je onthouden door de zin
Levend Keert Koning Terug, Christus Feest Begint
L okalisatie
K waliteit
K wantiteit
T ijd
C ontext
F actoren
B egeleidende verschijnselen
Lagen epidermis
Stratum …
Come (corneum)
Lets (lucidum)
Get (granulosum)
Sun (spinosum)
Burned (basale)
Behandeling bij hartinfarct
Om te onthouden wat je in urgente gevallen kunt doen bij een hartinfarct, kun je denken aan MONA
M orfine
O xygen
N itraat
A spirine
Congenitale infecties
De belangrijkste congenitale infecties
TORCHES
T oxoplasmose
R ubella
C MV
H IV / He patitis
S yfilis
De adductoren in de heup
Om de adductoren in de heup, van lateraal naar mediaal, te onthouden, kun je denken aan de zin
Pietje Ligt Graag Boven Op Marietje
P ectineus
L ongus
G racilis
B revis
M agnus
Het verschil tussen specificiteit en sensitiviteit
Om dit verschil te onthouden kun je denken aan SPinSNuit
S pecificiteit –> I nsluiten
S ensitiviteit –> U itsluiten
De carpale botten
Om de acht carpale botten te onthouden, kun je denken aan
Sam Likes To Push The Toy Car Hard
Proximaal van duim naar pink
S caphoid
L unate
T riquetrum
P isiforme
Distaal van duim naar pink
T rapezium
T rapezoid
C apitate
H amat
Modellen voor het verklaren van werking zenuwstelsel
Deze modellen kun je onthouden aan de hand van de zin
Red Coloured Surface Is Hot So Don’t Process Now
R eflexmodel (stimulus-response)
C haosmodel
S timulus-perceptiemodel
I ntentie-actiemodel
H ierarchisch model
S ensomotorische cirkel
D rie (3) units van Luria
P lastisch zenuwstelsel
N euronale groepentheorie
Oorzaken secondary nephrotic syndrome
Om de oorzaken voor secondary nephrotic syndrome (nierschade door eiwittekort) te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAVID:
D iabetes mellitus
A myloidosis
V asculitis
I nfections
D rugs
De Apgarscore
De apgarscore is de score die een baby bij de geboorte scoort. De onderdelen hiervan zijn de onthouden met de zin
Het Arme Schlemieltje Reutels Keihard
H artslag
A demhaling
S piertonus
R eactievermogen
K leur
De botten in de schedel
De botten vanaf de zijkant gezien kun je onthouden door NEL SPOT F
N asale
E tmoïdale
L acrimale
S phenoïdale
P ariëtale
O ccipitale
T emporale
F rontale
Stand van de benen
Om het verschil tussen genu varum en genu valgum te onthouden, kun je denken aan PHARAO
Genu Varum –> O-benen
Genu Valgum –> X-benen
De bijnierschors
Om de lagen van de bijnierschors, van buiten naar binnen, te onthouden, kun je denken aan GFR
G lomerulose zona
F asciculata zona
R eticularis zona
traplopen na trauma
trap op
je loopt naar de hemel dus je zet je goede been eerst neer (niet- aangedane zijde)
trap af
je loopt naar de hel dus je zet je slechte been eerst neer (aangedane zijde)
De ontwikkelingsstadia van een embryo
De volgorde van de drie ontwikkelingstadia van een embryo, gevolgd door de drie kiemlagen, zijn te onthouden aan de hand van MoBGaDEME
Mo rurla
B lastula
G astrula
E ctroderm
M esoderm
E ndoderm
