
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Thursday
Thursday = donderdag
Om dit te onthouden, kun je denken aan Thor’s day –> de Dondergod –> Donderdag
onleesbaar = illegible
Het woord illegible… Hoe kan ik dat toch onthouden? Nou ik heb hier een ezelsbruggetje voor je:
Je probeert het Nederlandse woord illegaal te lezen, maar je leest eerder “illegiebel”. Daardoor is het onleesbaar.
De vertaling is dan ook: onleesbaar.
De Beurs
Om het verschil tussen de Bull-market en de Bear-market te onthouden, kun je denken aan de zin
De stier gooit je in de lucht en de beer trekt je naar beneden
Op de beurs gaan bij een Bull-market de koersen omhoog. Bij een Bear-market gaan ze naar beneden.
Landen Midden-Amerika
Om de landen in Midden-Amerika te onthouden, van Noord naar Zuid en van links naar rechts, kun je denken aan de zin
Moeder Ging Bijna Elke Hete Nacht Citroenen Plukken
M exico
G uatamala
B elize
E l Salvador
H onduras
N icaragua
C osta Rica
P anama
Het verschil tussen de teller en de noemer
Om te onthouden waar de teller en de noemer komen in een breuk, kun je denken aan T = T
Teller = Top
Oude Griekenland
De vier huidige buurlanden van Griekenland, maakten vroeger deel uit van Griekenland. Deze kun je onthouden door te denken aan BATMan
B ulgarije
A lbanië
T urkije
M acedonië
Kleuren van de regenboog
Om de kleuren te onthouden, kun je denken aan de zin
Ridder Overwint Gevaarlijk Gevecht, Blinkend In Victorie Ridder
R ood
O ranje
G eel
G roen
B lauw
I ndigo
V iolet
Variabelen
Onafhankelijke variabele: Oorzakelijke variabele (beide beginnen met de O)
Afhankelijke variabele: variabele die je kan beïnvloeden.
INterveniërende variabele: zit tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen IN
Professor
Om te onthouden hoe je professor schrijft, kun je denken aan
De professor heeft 1 fiets en 2 sokken
1 fiets = f
2 sokken = ss
Commissaris
Bij de commissaris zijn 2 mannen en 2 smerissen.
De 2 mannen = mm
De 2 smerrisen = ss
Triviale namen van zouten
De triviale namen van zouten, kun je onthouden met de zin
Kees Slaat Gert Knock Out
K eukenzout = natriumchloride
S oda = natriumcarbonaat
G ips = calciumsulfaat
K alksteen = calciumcarbonaat
O ngebluste kalk = calciumoxide
Het hart
Het hart is een pomp, deze regelt de bloedsomloop in het lichaam.
Om te onthouden dat de linkerkant zuurstofrijk bloed door heel het lichaam pompt en de rechterkant zuurstofarm bloed door de longen pompt, kun je denken aan Li = Li
Li nks = Li chaam
Levensverschijnselen
De levensverschijnselen van een gewervelde kun je onthouden aan de hand van de zin
Alle Vogels Uit het Bos Worden Groot met Vis
A demhalen
V oeden
U itscheiden
B ewegen
W aarnemen
G roeien
V oortplanten
Genus Latijn
Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.
Grootheden
Om het verschil te onthouden tussen de grootheden van getallen; van laag naar hoog, kun je denken aan
Mijn Bil Trilt (2x)
Miljoen = 1.000.000
Miljard = 1.000.000.000
Biljoen = 1.000.000.000.000
Biljard = 1.000.000.000.000.000
Triljoen = 1.000.000.000.000.000.000
Triljard = 1.000.000.000.000.000.000.000
Causa
Causa = reden/oorzaak
Causa lijkt op because en in het Engels komt daarna een reden of een oorzaak
Namen en formules van 2 atomige niet-ontleedbare stoffen
Fluor Fientje
Chloor CLiedert
Stikstof Nooit
Broom Broom
Jood In
Waterstof Haar
Zuurstof Ogen
Fientje CLiedert Nooit Broom In Haar Ogen
Begrippen om een stuk te beschrijven
Rode Tulpen Met Hele Dikke Kelk Bladeren
Ritme, Tempo, Melodie, Harmonie, Dynamiek, Klankkleur, Bezetting.
