
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Het verschil tussen this en that
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en A = A
ThIs = dIchtbij
ThAt = verAf
Ventraal – Dorsaal
Ventraal = Van Voren
Dorsaal = Dan De Dikbil
(dus de buikzijde /rugzijde)
De EU-landen die geen Euro gebruiken
De landen die de euro niet gebruiken kan je onthouden met ZZOND!
Z weden
Z witserland
O ost Europa (dan moet je de landen wel kennen)
N oorwegen
D enemarken
De niet-ontleedbare stoffen
BRam Organiseert NAchtfeesten In HEt CLubhuis
Br: Broom
O: Zuirstof
Na: Natrium
I: Jood
He: Helium
Cl: Chloor
Elke Goede Band Drinkt Fanta
Om de volgorde van de noten te onthouden op een notenbalk gebruik je de zin ‘Elke Goede Band Drinkt Fanta’. Dit geldt dan voor de noot die afgebeeld wordt op de streep van de notenbalk.
Voorbeeld:
——————-
——————-
——————-
——————-
———•——-
Het bolletje staat op de regel en is dus de noot ‘E’.
Nederlandse Antillen
Om de Nederlandse Antillen te onthouden, kun je denken aan
ABC – SSS
A ruba
B onaire
C uracao
S ab
S int-Eustasius
S int-Maarten
Tacere
Tacere = zwijgen
Als je een taco in je mond hebt moet je zwijgen, want anders valt alles er uit
Botten in handen en voeten
Deze botten kun je onthouden met de zin
Van Mijn Handen Tot Mijn Voeten, Haha
V ingerkootjes
M iddenhandsbeentjes
H andwortelbeentjes
T eenkootjes
M iddenvoetsbeentjes
V oetwortelbeentjes
H ielbeen
Voorzetsels in het Latijn
Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum
Keuzevoorzetsels Duits
In Andere Achterbuurten Hebben (mensen) Uiteraard Nooit Zeeën Uien (zien) Vliegen
In = in, naar
An = aan, bij, naar
Auf = op
Hinter = achter
Unter = onder
Neben = naast
Zwischen = tussen
Über = boven, over
Vor = voor
Voorrang auto rijden
Kijk je hem op z’n bek of nek, dan blijf je op je plek. Kijk je hem op z’n oor dan rijd je door!
ITCZ – hoge en lage luchtdruk
Hoog is droog.
In het hogedrukgebied is het droog en valt er weinig neerslag. In het lagedrukgebied valt er veel neerslag.
Tip: het ezelsbruggetje is om te onthouden. Schrijf op je toets niet: In het hogedrukgebied is het droog. Maar leg het proces uit!!
Kenmerken concurrentiekracht
Om de vijf kenmerken die bij concurrentiekracht horen te onthouden, kun je denken aan POMOT
P roductiefactoren
O ndernemersgeest
M arktorganisatie
O verheid
T oevalsfactoren
signaalwoorden present perfect
FYNE BRULJAS
For
Yet
Never
Ever
Before
Recently
Unless
Lately
Just
Already
Sice
+ so far
maaltafel 9
9×1=9
9×2=18
9×3=27
9×4=36
9×5=45
9×6=54
9×7=63
9×8=72
9×9=81
9×10=90
Dus als je goed kijkt komen er telkens bij de tientallen een bij, en bij de eenheden gaat er telkens een af.
Het verschil tussen thursday en tuesday
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan R = R
ThuRsday = DondeRdag
Tuesday = Dinsdag
De inhoud van een chromosoom
Om te onthouden hoe een chromosoom is opgebouwd, kun je het vergelijken met een boek
Het boek –> de chromosoom
De bladzijdes –> het DNA
De informatie –> Het gen met het bijbehorende genotype
Oxidator en reductor
Oxidator- elektronen Opnemen
Reductor- elektronen Afstaan
Oxidator en opnemen beginnen beide met de O.
Diode met kathode en anode
De kathode is negatief en de anode is positief.
Ezelsbruggetje is het woordje: KNAP
Euriskei
Euriskei = hij vindt
Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka!
Volgorde van berekeningen
Hoe Komen Wij Van Die Onvoldoendes Af?
Elke eerste letter telt voor een stap
H: haakjes
K: kwadrateren ( Machtsverheffen)
W: worteltrekken
V: vermenigvuldigen
D: delen
O: optellen
A: aftrekken
Onmiddellijk
Het woord ‘onmiddellijk’ juist schrijven kan je doen door te denken aan “Ik ga onmiDDeLLijk slapen”. Dit doe je met twee dekens en twee lakens.
Hoekberekening Sos, Cas Toa
Met hoekberekening heb je 2 formules waardoor je elke hoek kan berekenen
Sinus= overstaande: schuine
Tangens = overstaande : aanliggende
Cosinus= aanliggende : schuine
Als je daarnaast
5= 10 : 2 neerzet kan je alles berekenen.
Piscine
Piscine betekent zwembad
Kleine kinderen willen soms nog wel eens in het zwembad plassen
