Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

De verteringssappen in je lichaam

De verteringssappen in je lichaam kun je onthouden met het acroniem DAMAALGASP

DA rmsappen
MA agsappen
AL vleessappen
GA l
SP eeksel

Door Adam

Uitgangen futuro

De uitgangen van de futuro komen grotendeels overeen met de uitgangen van haber, van de preterito perfecto.

Ik heb gegeten: He comido

Ik zal eten: comeré

De uitgang is dus de ‘h’ weg en een accent erop. Dit geldt voor allemaal behalve hemos en habéis, die worden respectievelijk ‘emos’ en ‘éis’.

Door Matthijs

Nutrix

Nutrix = voedster

Het merk nutricia is voor baby’s

Door Sam

Rursus

Rursus = weer, terug

Rursus lijkt op cursus. Moet ik weer terug naar die cursus?

Door Julia

Formule voor vermogen en weerstand

De formule voor vermogen is 
P = U*I –> R = U/I

Dit kun je onthouden met PUIst RUIkt

P = Vermogen
U = Spanning
I = Stroomsterkte
R = Weerstand

Door Sophie

Huidlagen: buiten –> binnen

Can Good Skin Be My Defense?

C = Corneum
G = Stratum granulosum
S = Stratum spinosus
B = Stratum basale
M = Basaal membraan
D = Dermis

Door Sani

spijker in het brits

Meestal als je op een spijker gaat slaan met een hamer dan sla je op je nagel. Nagel betekent in het engels Nail, Spijker betekent ook nail

Door Lila

Blauwe en Witte Nijl

Het verschil tussen de witte en de blauwe Nijl kun je uit elkaar houden door de L in blauw

Dit is ook de L van Links

Door Elise

Toonladders met mollen

Om de toonladders met de hoeveelheid mollen te onthouden, kun je denken aan de zin
Finnen Beschouwen Eslanders Als Deskundige Geschiedenis Schrijvers

F –> 1 mol
Bes –> 2 mollen
Es –> 3 mollen
As –> 4 mollen
Des –> 5 mollen
Ges –> 6 mollen
Ces –> 7 mollen

Door Alex

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

Amsterdamse grachten

Om de volgorde van de grachten van Amsterdam te onthouden, kun je denken aan de zin
Prinsen Kopen Heren Schoenen

P rinsengracht
K eizersgracht
H erengracht
S ingel

Door Adriana

De soorten gewrichten

Om de drie soorten gewrichten in het lichaam te onthouden, kun je denken aan
Kippen en Schapen Rapen

K ogelgewricht
S charniergewricht
R olgewricht

Door Anne

Kenmerken concurrentiekracht

Om de vijf kenmerken die bij concurrentiekracht horen te onthouden, kun je denken aan POMOT

P roductiefactoren
O ndernemersgeest
M arktorganisatie
O verheid
T oevalsfactoren

Door Erwin

Consistere

Consistere = blijven staan

Wil jij constant blijven staan?

Door Jootje

Oorzaken van symptomen

Om verschillende mogelijke oorzaken voor symptomen te onthouden, kun je denken aan VINDICATEN

V asculair
I nflammatoir
N eoplasma
D egeneratief
I ntoxicatie
C ongenitaal
A utoimmuun/allergisch
T rauma
E ndocrinologisch
N utrioneel

Door René

Fobos

Fobos = angst, vrees

Hier komt het woord fobie vandaan

Door Nina

Et puis

Et puis betekent en verder!

Denk aan een puist, die mag niet verder gaan

Door Maxime

Euriskei

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Door lisanne

Visere

Visere = bezoeken

Visite komt op bezoek

Door Susanne

Modellen voor het verklaren van werking zenuwstelsel

Deze modellen kun je onthouden aan de hand van de zin
Red Coloured Surface Is Hot So Don’t Process Now

R eflexmodel (stimulus-response)
C haosmodel
S timulus-perceptiemodel 
I ntentie-actiemodel 
H ierarchisch model 
S ensomotorische cirkel
D rie (3) units van Luria 
P lastisch zenuwstelsel 
N euronale groepentheorie

Door Eugene

Triviale namen van zouten

De triviale namen van zouten, kun je onthouden met de zin
Kees Slaat Gert Knock Out

K eukenzout = natriumchloride
S oda = natriumcarbonaat
G ips = calciumsulfaat
K alksteen = calciumcarbonaat
O ngebluste kalk = calciumoxide

Door Ion

Het verschil tussen convergent en divergent

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan CON = CON en DI = DI

Convergent = samenkomen
Denk aan CONcert (bij een concert komen mensen bij elkaar)

Divergent = uit elkaar
Denk aan DIers (bij een divergerende lichtbundel gaan de stralen diverse kanten uit)

Door Elise

Vraag- en aanbodlijn

De vraaglijn loopt altijd naar beneden, net als het eerste streepje van de V. Het wordt dus zo’n lijn: .
De aanbodlijn loopt juist naar boven, net als het eerste streepje van de A. De lijn ziet er dus zo uit: /.

Door Serdar

Soorten kaarten

Om de verschillende soorten kaarten te onthouden, kun je denken aan TON

T hematische
O verzichts
N avigatie kaarten

Door B.C.

Komitzo

Komitzo = meenemen, verzorgen

Je neemt een kooi mee en verzorgt de vogel erin

Door Anna

Het verschil tussen ubi en ibi

Om het verschil tussen ubi en ibi te onthouden, kun je denken aan U Weet een I Dee

U bi = W aar
I bi = D aar

Je kunt ook denken aan Waar? Daar!
In het Latijn wordt dat 
Ubi? Ibi!

Door Floor

Tweede regel van het toetsenbord

Als Sien Die Fijne Gulden Haar Jongen Kon Lenen

Door Leo
Home
Alle items
Uploaden